Met een symbolische actie in Aalst roept Goe Gespeeld! alle Vlaamse gemeenten op om speelplekken toegankelijker en bereikbaarder te maken. Kinderen ondervinden immers meer en meer moeite om zonder toezicht buiten te spelen. De stijgende verkeersonveiligheid is de grootste reden waarom ouders hun kinderen liever niet de straat op sturen. Nochtans geeft onderzoek aan dat kinderen – hoewel ze veel tijd voor een scherm doorbrengen – het liefst buiten willen ravotten en rondrijden op hun fiets. De autonome actieradius van de meeste kinderen is echter beperkt tot de tuin of de nabije omgeving van de woonst. Terwijl bijna de helft van de ouders toegeeft dat zij wel alleen in bossen en parken mochten spelen. Goe Gespeeld! roept Vlaamse gemeenten op om de instrumenten die bestaan in te zetten om de autonome mobiliteit van kinderen te verbeteren en hun welbevinden te vergroten.

“Kinderen zitten veel voor het scherm, maar willen liever buiten ravotten”

Het welbevinden van kinderen en jongeren wordt voornamelijk bepaald door hun keuzevrijheid. Dat blijkt uit een onderzoek van de universiteit van York. Het mogen gaan en staan waar ze willen is hierbij belangrijk. Om optimaal te kunnen buitenspelen moeten kinderen dat ook alleen kunnen doen. Maar daar knelt dus vaak het schoentje: kinderen van vandaag zijn meer dan ooit een achterbankgeneratie die zich maar weinig autonoom mogen of kunnen verplaatsen.

Verschillende onderzoeken in binnen- en buitenland tonen aan dat verkeersonveiligheid de grootste reden is waarom ouders hun kinderen liever niet alleen de straat op sturen. Jonge kinderen zijn ook niet in staat om snelheden van autoverkeer correct in te schatten. Dat maakt het alleen oversteken of fietsen op straat niet evident.

Bert Breugelmans van Goe Gespeeld: “Kinderen willen vandaag hetzelfde doen als toen hun ouders kind waren, namelijk buiten spelen. Kinderen brengen inderdaad veel tijd voor een scherm door, maar eigenlijk willen ze het liefst buiten ravotten en rondrijden op hun fiets. De autonome actieradius van de meeste kinderen is echter beperkt tot de tuin of de nabije omgeving van de woonst. Terwijl bijna de helft van de ouders toegeeft dat zij wel alleen in bossen en parken mochten spelen.”

“Benut de instrumenten die de autonome mobiliteit van kinderen kunnen verbeteren”

Als kinderen willen buitenspelen, dan moeten de barrières die ze ondervinden neergehaald of omzeild worden. Er bestaan heel goede instrumenten die gemeenten kunnen inzetten om de autonome mobiliteit van kinderen te verbeteren en hun welbevinden te vergroten.

“Gemeenten kunnen bijvoorbeeld zelf een speelweefselsplan opmaken. Speelweefsel is een netwerk van publieke plekken en verbindingen die betekenis hebben voor jongeren. Deze plekken moeten voor kinderen liefst op eigen kracht bereikbaar zijn. Zo’n plan maak je best met kinderen erbij, zij weten als de beste hoe ze de ruimte ervaren, wat ze missen of anders willen. Gemeenten zouden ook werk kunnen maken van trage wegen, dat zijn paden of wegen die bestemd zijn voor niet-gemotoriseerd verkeer,” besluit Bert Breugelmans.